zaterdag 12 juni 2021

Ode aan de eetbare bloem

Het duurde iets langer dan de voorbije jaren, de tuin liep achter door de barre kou, maar nu is het zo ver: hij is ontploft.  Een heerlijke uitbarsting van weelderige kleuren en uitbundigheid alom.  Je wordt er instant blij van als je door al die wilde bloemen loopt.  Je verstilt van al dat schoons en vergeet de tuinklussen.  De hete zon maakt je loom en je mijmert over picknicks en hapjes in het gras.  Geen speciale dingen, alles wat je maakt met eetbare bloemen is spectaculair en wakkert de appetijt aan.  Wat dacht je van sushi en lenterolletjes?  Hapklare, gezonde hapjes zonder afwas, en je krijgt verzekerd enthousiaste reacties 'Oooh hoe prachtig!'






Sushi met Gemarineerd Groen & Eetbare Bloemen

- Norivellen
- Sushirijst (kook de rijst volgens de aanwijzingen op de verpakking) & aangemaakt met sushi-azijn
- Gemengde pittige salade : mosterdbladsla, rucola, rode melde, mizuna, jong mierikswortelblad, bieslook, lenteui, ...
Dressing voor de groene salade: 2 eetlepels appelazijn, 2 eetlepels gembersiroop, 2 koffielepels sesamolie
- Kiemgroentjes (preischeutjes, rodekoolscheutjes, luzernescheutjes, enz...)
- Kimchi en/of gefermenteerde groentjes, fijngesneden
- Eetbare bloemen: blad van klaproos, slaapmutsje, smeerwortel, korenbloem, roos, bernagie, mierikswortelbloem, ...
- Sojasaus om te dippen

- Snijd alle groen blad voor de salademengeling grof.  Meng de dressing onder het bladgroen.  Pas de hoeveelheid aan, aan je  hoeveel salade.  
Wanneer de rijst gekookt is doe je hem in een grote ondiepe schaal.  Sprenkel er de sushi-azijn over en spatel dit onder de rijst.  Laat de rijst afkoelen tot lichaamstemperatuur.  Zet hem niet in de ijskast!
-  Leg een sushimatje op je werktafel en leg er een vel nori op in de breedte.  Neem een handvol rijst met een vochtig hand en verspreid dit op de nori.  Laat boven en onderaan een ruimte van 1 cm.
- Schik onderaan de verschillende ingrediënten (zie foto) in laagjes.  Leg bovenaan gekleurde bloemen.  Varieer en probeer!
- Rol de sushi dicht met behulp van het matje zodat de vulling mooi in het midden zit.
- Snijd met een scherp mes de sushirol in stukjes.
- Dip de sushi in sojasaus & savoureer.


Lenteolletjes met Kommer & Avocado & Eetbare Bloemen

- Viëtnamese rijstpapiervellen (gedroogd)
- Komkommer
- Zoetzure Chilisaus
- Avocado
- Limoensap
- Eetbare bloemen:  blad van klaproos, slaapmutsje, smeerwortel, korenbloem, roos, bernagie,...
- Pittig groen blad : mosterdbladsla, rucola, rode melde, mizuna, jong mierikswortelblad, ... 
- Dipsaus: 1 dl lichte sojasaus, 2 eetlepels ahornsiroop, 2 koffielepels appelazijn, 3 eetlepels fijngehakte bieslook

- Snijd heel dunne sliertjes van de komkommer.  Een handig instrumentje hiervoor is een dunschiller met kleine tandjes.  Besprenkel met wat zoete chilisaus en meng.
- Snijd de avocado in dunne plakjes en besprenkel die rondom met limoensap.
- Snijd de groene blaadjes een beetje fijn.
- Week de velletjes 2 a 3 minuten in lauwwarm water totdat ze zacht zijn; werk met een paar vellen tegelijk.  Haal ze uit het water en laat ze daarna uitgespreid eventjes rusten op een handdoek. (zie foto)
- Leg de verschillende ingrediënten zoals op de foto op het velletje.
- Vouw de zijkanten over de vulling en rol het cilindertje voorzichtig op.
- Leg het rolletje met de naad naar beneden op een schaal en bewaar ze onder een vochtige handdoek of plastiekfolie.
- Serveer met de dipsaus.





dinsdag 19 januari 2021

winterse lasagne (of: iedereen aan de palmkool en aardpeer)

Eten volgens de seizoenen, het is helemaal mijn dada.  De tuin die overladen is met knollen, wortels en kolen in de winter, dat moet iedere dag opnieuw op het bord belanden in een ander creatief jasje.   Mijn huisgenoten weten ondertussen dat er 's winters geen tomaat of paprika in onze winkelkar belandt.  Ah nee, we hebben de hele lente en zomer gezwoegd om de moestuinbedden te vullen, de zaailingen werden vertroeteld, de grond is eindeloos gewied en gemulchd, alles groeide en floreerde.  Dus nu wordt er iedere avond gegoocheld om al die knoestige planten in iets heerlijks om te toveren.  Gisteren werd er goedkeurend gesmuld van een winterse lasagne, dus een recept om te delen..  


Heb je geen palmkool in de buurt, dan kan je boerenkool, spinazie of snijbietblad gebruiken.  Maar geef toe, het is wel een beauty, die palmboomachtige verschijning!


En daarbij eten we, zoals bij zowat iedere winterse maaltijd, een lekker slaatje van winterpostelein.  Dat is een frisse tegenhanger bij die oerse smaken en zit boordenvol vitamines.  Maar hij is vooral mijn vriend omdat hij zo geweldig woekert.  Zaaien en vertroetelen hoeft niet, hij verschijnt vanzelf en verdwijnt terug wanneer het lente wordt.  Lang leve de luie boerin!



Lasagne met zoete aardappel, aardpeer & palmkool - 4 personen

(ovenschotel van 20-25 cm)

6 lasagnevellen (glutenvrij, bv van linzen)

500 g zoete aardappel

2 tenen look

700 g aardpeer

6 eetlepels tomatensaus

5 takjes rozemarijn, de naaldjes afgeritst

ongeveer 30 blaren van palmkool

geitenfetakaas (of andere geitenkaas)

zout & peper

- Kook de lasagnevellen 5 minuten in gezouten water.  Roer af en toe zodat ze niet vastkleven.

- Schil de zoete aardappel, snijd in grote stukken, zet dit onder water met flink wat zout en de gepelde teentjes look.  Kook 20 minuten tot de aardappel zacht is.  Giet het water af maar bewaar een klein beetje kookvocht.  Mix dit glad.

- Snijd de aardpeer in plakken (schillen hoeft niet) en fruit ze aan in olijfolie.  Hak de rozemarijn fijn en voeg ze toe.  Kruid met zout en peper.  Zet een deksel op de pan en laten garen tot de aardpeer zacht is.  Voeg dan de tomatensaus toe en verwijder van het vuur.

- Verwijder de nerven van de palmkool.  Blancheer de kool in kokend gezouten water gedurende 2 minuten.  Laat de kool uitlekken en knijp alle vocht er uit.  Snijd de kool fijn.

- Leg op de bodem van de ovenschaal en laagje aardappelpuree van 1 cm.  Leg hierop 3 lasagnevellen.  Verdeel hierop de aardpeer en dek opnieuw af met 3 lasagnevellen.  Nu verdeel je de palmkool over de vellen en tenslotte komt de rest van de zoeteaardappelpuree er bovenop.  Verkruimel de fetakaas over de schotel en zet de schaal 30 minuten in de oven op 190°C.

- Serveer met een salade van winterpostelein met mosterddressing en een slaatje van geraspte rode biet.















dinsdag 28 april 2020

schatten uit de kelder

Dezer dagen zie hoor ik veel opruimwoede rond me heen.  Dit is het uitgelezen moment om kasten schoon te maken, oude kleren weg te schenken, en overbodige spullen buiten te kieperen.  Ook de keukenkasten worden ondersteboven gekeerd, en daar komen vaak nog bruikbare schatten uit te voorschijn.  Ten huize foodlovers was de keldervoorraad aan de beurt voor een inspectierondje en ik vond nog twee pakken gierst.  Niet direct mijn favoriet om als rijstvervanger te gebruiken, maar ik vind het wel een handig ingrediënt in een glutenvrij hartig taartdeeg.  Bovendien is er een meel-schaarste in de supermarktrekken in coronatijden, dus gierst is de redding.   Je kookt de gierst met wat extra vocht zodat hij mooi smeuïg wordt in plaats van beetgaar.  Dan 'boetseer' je met je vingers de gekookte gierst in een ingevette taartschotel, zodat je een korst krijgt van 1 cm dik.  Bak de taartbodem ongeveer 10 minuten tot hij stevig aanvoelt.  Daarna voeg je de vulling toe en bak je de quiche verder af.  Klaar is kees, als dat niet makkelijk is!



Vooral in de lente hou ik van groene quiche, boordevol verse groene kruiden of nog beter met wilde planten.  Ik heb altijd zachte geitenkaas in de ijskast liggen op voorraad, maar ook een doosje roomkaas doet het goed of een pakje kruidensmeerkaas.  Je mixt één doosje glad met een ei en een heleboel kruiden.  Denk aan brandnetel (kort geblancheerd), smalle weegbree (even gefruit met look of geblancheerd), rauwe daslook of bieslook of kleefkruid of zevenblad of zuring of winterpostelein of wilde venkel.  's Winters of bij gebrek aan kruiden kan je ook het geitenkaasje mixen met het eitje op zich.  Maar zelfs dan kan je buiten iets eetbaar plukken, eigenlijk is er nooit een excuus om geen groen op je te bord te toveren.

Voeg er aan toe wat je verder in de ijskast vindt, bijvoorbeeld wat gekookte groene asperges, of gestoofde prei, desnoods wat diepvrieserwtjes.  Want inderdaad, ook die diepvries kan eens uitgemest worden!



Quiche met gierstbodem & geitenkaasvulling - voor 4 personen

170 g gierst
5 dl groentebouillon
1 koffielepel verse tijm, fijngehakt of 1/2 koffielepel gedroogde tijm
1 doosje zachte geitenkaas 150 g (smeerbaar)
1 à 2 eieren
kruidenzout & peper
een grote snijplank vol verse kruiden (zie tekst hierboven) 
groenten naar keuze (zie tekst), bv gestoofde prei
toppings naar keuze, bv olijven, zongedroogde tomaatjes, kappertjes, zaden, pitjes, ...
harde geitenkaas of fetakaas, ... in kleine blokjes gesneden

- Kook de gierst gaar in de bouillon met de tijm.  Vet een taartvorm in en verdeel de gierst met je vingers over de bodem, met een rand, van ongeveer 1 cm dikte.
- Bak de taartbodem in een voorverwarmde oven op 190°C, tot hij stevig en droog aanvoelt, ongeveer 10 à 15 minuten.
- Mix ondertussen de geitenkaas met verse kruiden, het kruidenzout en peper glad.  Voeg eventueel een klein scheutje melk toe.
- Stoof de schoongemaakte prei (wit én groen gedeelte) in olijfolie.  Voeg dan een klein scheutje water toe, zet het deksel op de kookpot en laat de prei heel zacht garen.
- Verdeel de prei op de taartkorst, schenk hierover het geitenkaasmengsel.  Bestrooi dit met kaas, olijven of een topping naar keuze.
- Bak de quiche ongeveer 30 à 35 minuten, tot de vulling stevig is.

- Serveer met een slaatje van fijngeraspte rode biet, olijfolie, balsamicoazijn, gesnipperde sjalot, kappertjes, zout & peper.



zaterdag 28 maart 2020

die lekkere brandnetel

Het mag niet altijd koken uit de voorraadkast zijn, zeker dezer dagen heb je een boost nodig van mineralen en vitamines om je immuniteit op peil te houden.  De lente gloort, je moet iedere dag naar buiten om een frisse neus te halen, en ondertussen kan je brandneteltopjes plukken.   Je doet dit vanzelfsprekend niet op plaatsen die bezoedeld zijn door hondenplasjes of uitlaatgassen.   Pluk de bovenste 4 à 6 blaadjes van de plant, dit kan eventueel met een schaar of handschoenen.


Wanneer ik mensen wegwijs maak in het plukken van wilde planten, maak ik een eenvoudig onderscheid tussen planten die je als toevoeging in een gerecht kan gebruiken, zij hebben een uitgesproken of overheersende smaak, ik noem ze 'smaakmakers'.  Andere planten noem ik gemakshalve de 'spinazievervangers'.  Denk aan alle gerechten die je in een handomdraai thuis maakt met een hoop spinazie, zoals quiche, lasagne, ravioli, pesto, risotto, frittata, soep, ...  Dit zijn manieren om groene voorjaarskruiden zoals kleefkruid, smalle weegbree, zevenblad, daslook, vogelmuur en natuurlijk de brandnetel te gebruiken.  Je behandelt ze net zoals je met je spinazie zou doen, even fruiten in olie of kort blancheren in kokend water, of rauw pureren,  en daarna voeg je ze toe aan gerechten die je wekelijks maakt en waar je je hoofd niet over breekt.  Maak het niet ingewikkeld, maar zorg vooral dat je regelmatig die wilde planten op je bord krijgt.  Over superfood gesproken!

De zaadjes van de brandnetel, die in trosjes aan de toppen hangen, zijn eveneens fenomenaal voedzaam.  Je kan ze drogen en in de muesli strooien zodat je ook na de lente een dagelijkse portie vitaminen en mineralen binnenkrijgt.  Maar zo ver zijn we nu nog niet.  Eerst allemaal aan de brandnetelsoep en gezond de lente door komen.



Brandnetelsoep

1 grote ui, gesnipperd
1 teen look
olijfolie
1,2 liter groentebouillon
handvol havermout
zak vol met brandneteltopjes (ongeveer 400 g), gewassen

- Stoof de ui en de look zacht in olijfolie.  Voeg dan de bouillon de havermout toe en laat 10 minuten koken.  Tenslotte voeg je de brandnetel toe.  Laat één minuutje mee koken en pureer de soep.  Voeg peper & zout toe.


Brandnetelburgertjes - ongeveer 14 stuks

200 g brandneteltopjes, gewassen
1 teen look, geperst
1 grote rode ui, gesnipperd
olijfolie
200 g gekookte quinoa
1 eetlepel gedroogde tomaat, in stukjes gesneden
1 ei
zout & peper
1 koffielepel komijnzaadjes
3 eetlepels fijn maïsmeel (of andere meelsoort)

- Breng een grote pot water aan de kook met zout, voeg dan de brandneteltopjes toe en blancheer ze één minuut.  Giet ze af in een vergiet en druk alle vocht er uit (de brandnetel zal na het koken niet meer prikken!)
- Fruit de rode ui en de look zachtjes in olijfolie.
- Voeg alle ingrediënten samen en meng alles goed door elkaar.  Maak met je handen kleine afgeplatte burgertjes.  Bak ze aan beide kanten in een pan met olijfolie.


zondag 22 maart 2020

koken uit de voorraadkast

Hoe vreemd kan het leven soms lopen.  Ik had dit schrijfsel enkele weken geleden halvelings opgemaakt, met als titel 'picknickverlangen'.  Ik twijfelde nog tussen picknick of een uitgebreide brunch aan tafel met vrienden.  Gepeuzel van hapjes en lekkere dingen uit de oven, en ondertussen ontspannen genieten van je geliefden, zorgeloos bijbabbelen, genieten van het samenkomen.  



Het weekend ziet er nu anders uit, het leven keert zich inwaarts en iedereen verandert zijn gewone patronen.  Winkelen doe je als je echt niet anders kan, ga liever eens rommelen in de ijskast en mest de droge voorraad eens uit.  Dus voorruit, ga alvast oefenen op handige ovengerechtjes die je later kan meenemen naar je vrienden.  Want er valt 'straks' veel bij te praten...


Ik heb altijd een aantal linzensoorten in de kast staan.  Rode linzen zijn een favoriet voor een dahl, een soep, een curry of een kroketje.  Ze gaan steevast in onze spaghettisaus en je kan ze combineren met zowel Oosterse als mediterraanse smaken. Dit is een gerechtje dat het dus erg goed doet tijdens een picknick of op een buffet.  Maar het bewaart ook geruime tijd in de ijskast en is een ideale lunch, gecombineerd met een wilde voorjaarssalade.  Of zet een portie of de stoep bij je buren, wedden dat je applaus krijgt?



Linzenpaté

1 ui, gesnipperd
3 tenen look, geperst
olijfolie
1 grote wortel (150 g), in kleine brunoise
200 g rode linzen
1 takje lavas, fijngesneden
3 takjes bonenkruid
3 takjes rozemarijn
2 takjes oregano
1 koffielepel paprikapoeder
1 theelepel chilivlokken
1 blik/bokaal tomaat in stukjes
3 dl water
2 koffielepels groentenbouillonpasta
2 eetlepels maïzena

- Stoof de ui en look zacht in de olijfolie.  Voeg de wortel toe en laat even mee stoven.
- Voeg de overige ingredënten toe en laat alles (behalve de maïzena) onder een deksel sudderen tot het mengsel droog is en de linzen gaar zijn.
- Meng de maïzena met een bodem water en roer dit glad.  Voeg dit bij het linzenmengsel en meng het alles goed door elkaar.
- Doe het mengsel in een kleine ingevette ovenschaal (ongeveer 20 cm - 25 cm) en zet de schaal in een voorverwarmde oven op 190°C gedurende 30 minuten, zodat de paté stevig aanvoelt.  Laat hem afkoelen en zet de schaal dan minstens 2 uur in de ijskast.
- Keer de ovenschotel voorzichtig om boven een bord en serveer met een groene wilde salade, bijvoorbeeld van winterpostelein, duizendblad, barbarakruid, paardenbloem, kleefkruid, veldkers, ...


vrijdag 24 januari 2020

knollen & wortels

Het zijn donkere, koude dagen.  Zwart-wit en grijs in alle tonen, ik heb dat wel graag voor enkele maanden.  De winterse tuin, lekker warm ingeduffeld, genieten van de verstilde tijd.  Er is geen haast om te klussen, ik heb een versnelling teruggeschakeld, maar er is nog steeds beweging op het veld.


Ik heb deze week een hoop fruitboompjes en bessenstruiken geplant.  We kruien ons warm met bergen haksel om de paden te bedekken.  Er is tijd om rondjes te lopen en te mijmeren, om na te denken over nieuwe groentebedden en alle planten die ik straks wil gaan zaaien.


Ik keer terug naar het warme huis met vrachten vol spruitjes, snijbiet, prei, aardpeer en kolen, er is nog steeds oogst in overvloed.  De kruidencirkel bezaait zichzelf met een dik tapijt van heerlijke winterpostelein, wilde kruiden komen al massaal piepen, en in de kelder liggen yacons, zoete aardappel, ui en rode biet te wachten op de kookpot.  Die aardse winterse smaken krijgen gezelschap van frisse kervel, barbarakruid, zuring en peterselie.  Kortom, mijn tuin is niet opgeruimd of 'winterklaar' gemaakt, er is nog volop leven in de wildernij-brouwerij.


En vervolgens dus de keuken in.  Een beetje creativiteit voor al die knollen en kolen is wel gewenst voor de meesten onder ons.  Hier leef ik me graag uit met rösti, koekjes, burgertjes, kroketjes, noem het zoals je wil, maar het zijn handige dingen om je oogst in te zwieren (of lees 'verstoppen').  Geraspte knollen of wortels, fijngesneden blaadjes van kolen of snijbiet, wat stevig gemaakt met kikkererwtenmeel of fijne polenta, je geliefkoosde kruiden of smaakmakers, eventueel wat kaas of een eitje er bij, en hopla in de pan.  Varieer en experimenteer.  En hou je lekker warm, ga af en toe naar buiten voor een frisse neus en dompel je nog even helemaal in de tintelende winter.



Rösti van zoete aardappel  (voor ongeveer 16 stuks)

1 grote zoete aardappel
1 ei
1 grote eetlepel glutenvrije bloem
bieslook of andere groene kruiden
1 kleine rode ui, fijngesnipperd
1 pakje fetakaas, verkruimeld
zout & peper

- Rasp de zoete aardappel met de mandoline in dunne juliënne.
- Meng met de overige ingrediënten tot een vast mengsel.
- Bak eetlepels van het beslag in hete olie, in een grote pan.  Duw de rösti met een spatel mooi plat zodat ze krokant worden.



Boerenkoolkoekjes  (voor ongeveer 16 stuks)

1 grote ui, in dunne ringen gesneden
handvol krulkool of palmkool, de nerven verwijderd en in reepjes gesneden
150 g kikkererwtenmeel (= besan)
1 theelepel kerriepoeder
1 theelepel garam masala
1 volle koffielepel gemalen komijn

- Meng de bovenstaande ingrediënten en voeg water toe tot je een heel dik beslag hebt.
- Bak eetlepels van het beslag in hete olie, in een grote pan.  Duw de koekjes met een spatel mooi plat zodat ze krokant worden.


dinsdag 3 september 2019

de eerste horde

En plotseling ruikt het 's morgens al een beetje herfstig.  Een jaar is voorbij gestormd, de eerste zomer is bijna overgevlogen, het experiment-tuinjaar heb ik doorsparteld.  Er waren voortdurend momenten van kinderlijk geluk, bij het plukken van al dat groen, bij het zien groeien van de moestuin en van al die geweldige wilde bloemen.

Meer dan 300 kinderen stormden door de tuin toen Kunst In Zicht er zijn tenten opsloeg.  Ze maakten er eetbare verf en stonden verbaasd hoeveel bloemen er eetbaar zijn.  En nog lekker ook!  Iedere week kwamen de kinderen van de basisschool de Parel tuinieren met hun opa's, zo zalig om te zien.  Zelfs Karrewiet kwam kijken en filmen.  We genoten van veel zonsondergangen, van het koken in openlucht.  Verre reizen hoefden even niet.  Ik heb veel geleerd, ik heb mijn oren gespitst als ervaren tuinders hun weetjes rondstrooiden, ik heb veel tuinboeken verslonden tijdens de winteravonden, ik heb dingen uitgeprobeerd.

Ik heb ook zitten vloeken en prutsen, het onkruid woekerde en de woelmuizen lachen in hun vuistje.   Sommige dingen moet ik helemaal anders aanpakken.  Er zijn boompjes gesneuveld door de droogte, ik heb een heleboel dingen te laat gezaaid of verkeerd geplant.  Want waar bleven de boontjes?  Waarom groeiden de courgettes niet?  Waarom lusten duiven zo graag jonge kool?  Maar het fijne aan tuinieren is dat je het volgende seizoen gewoon met een verse lei kan starten.  Alles krijgt opnieuw een kans. Ik heb een hele waslijst van voornemens voor volgende lente, de verse plannen rijpen al in mijn zomerhoofd. 

En al klaagt de boerin, naar de groentenafdeling in de supermarkt gaat ze niet meer.  We eten wat de tuin schaft.  Winterpostelein, kolen en bietjes à volonté in de winter.  Op dit moment woekeren de wilde rucolla en de zomerpostelein.  De serre biedt ons volop tomaatjes.  De sla, rode biet en snijbiet groeien goed en de kelder ligt vol met ui.  De kolen zijn op komst en de wilde kruiden krijgen een tweede leven na de droogte.  Eten genoeg voor een lekker maaltje.  We roeren een pan risotto met verse tomaat en wilde marjolein en maken koekjes van snijbiet.  Ik geef toe, mijn kinderen zijn geen grote fans van snijbiet maar verstop ze in een burgertje en misschien happen ze wel toe. 

 


 Snijbietburgertjes  voor 12 stuks

500 g snijbiet, stelen heel fijn gesneden en blaren apart gesnipperd
3 tenen look, geperst
olijfolie
1 bolletje mozzarellakaas
3 eetlepels Parmezaanse kaas, geraspt
2 eieren
75 g linzenmeel (of vervang door kikkererwtmeel)
kruidennzout
tak salie, blaadjes fijngehakt
takje rozemarij, naaldjes fijngehakt
handvol groene olijven, in plakjes gesneden

Fruit de snijbietsteeltjes in olijfolie gedurende 5 minuten.  Voeg de look en de gesnipperde blaren toe en laat meefruiten tot de blaren helemaal zijn geslonken. Neem de pan van het vuur en laat het mengsel gedeeltelijk afkoelen.
Voeg de overige ingrediënten toe en meng alles goed door elkaar.  Maak met je handen 12 kleine burgertjes van het mengsel.  Bak ze aan beide kanten krokant in olijfolie.
Serveer met een tomatenrisotto.